Vandaag is het 'Dag van het zicht'. Deze dag werd in het leven geroepen om aandacht te vragen voor blinden en slechtzienden. David werkt in 't Veer en is slechtziend. We laten hem graag even aan het woord.
* job: weegbrugbediende
* werknemer in 't Veer sinds 2003
* leeftijd: 39
* hobby's: talen en geschiedenis
Visuele beperking
Davids visuele beperking houdt vooral bijziendheid in. Op één oog is dat 1/20, op het andere oog 1/10. Hij is ook geconfronteerd met nachtblindheid. Tevens is zijn dieptezicht heel beperkt.
'Door mijn bijziendheid onderscheid ik niet goed voorwerpen die verder af staan. Bij mij is dit reeds het geval vanaf 30 cm. Door mijn nachtblindheid wordt mijn zicht nog meer beperkt wanneer het donker is. Dagen met grijs weer hebben ook een negatieve invloed.'
Bril zorgt dat het leefbaar wordt
Een aangepaste bril is voor David een onmisbaar instrument om dagelijkse handelingen uit te voeren.
'Met een bril is het mogelijk om iets verder te zien. Met bril kan ik voorwerpen onderscheiden tot op 2 à 3 meter ipv. 30 cm. De bril geeft mij geen perfect zicht. Wel zorgt de bril ervoor dat het leefbaar wordt. Zonder bril zie ik scherp tot op 30 cm. Alles verder is een waas. Ik vergelijk het met het kijken door een mat raam.'
Handelingen die voor velen vanzelfsprekend zijn, zijn voor David onmogelijk. Autorijden, gamen en praktisch gebruik van kleine schermen als tablets en smartphones zijn uitgesloten.
'Je moet vooruit.'
Van jongs af aan heeft David geleerd om creatief met zijn beperking om te springen.
'Je leert snel je plan te trekken en steeds te zoeken, wanneer iets niet mogelijk is, om het via een omweg toch te bereiken of zo goed als mogelijk te benaderen.'
David liep school in Spermalie (Brugge), een school voor blinden en slechtzienden. 'Heel wat trucjes om zo goed mogelijk te functioneren zijn aangeleerd in Spermalie. Het belangrijkste is werken met afleiding. Er bestaat de kans dat je fout bent, maar bij een goede afleiding ben je direct enkele passen vooruit. De afleidingstechniek gebruikte hij indertijd om zijn lerares Frans te herkennen. 'Mijn lerares had plantinablond haar en droeg steeds een lichtbruine leren jas. Ondanks ik haar niet vanop grote afstand herkende, wist ik aan de combinatie “plantinablond”, “lichtbruin” en “op school” dat zij het was.'
Troef
David heeft vrede met zijn beperking, maar niet met het etiket die hij van de buitenwereld krijgt opgekleefd. Zijn beperking een troef? Ja zeker.
'Een troef aan eender welke beperking is dat je je kan inbeelden hoe anderen met een beperking moeten leven. Geen enkele persoon zonder beperking kan zich dat voorstellen. Zij kunnen maar gissen om wat het precies gaat en de oplossingen die ze aanbieden, vaak met goede bedoelingen, zijn niet altijd gepast.
Een echte troef vind ik dan het vermogen om beter abstracte zaken te kunnen omgaan zoals programmatie, wiskunde en zelfs grammatica.'