Onder de vlag van COVATTI gaat 't Veer al enkele jaren na hoe nieuwe technologie op een zachte maar efficiënte manier zijn intrede kan doen op de werkvloer. De resultaten zijn verrassend en verfrissend en zorgen voor inmiddels al bewezen meerwaarde. Kris Hemeryck (V-Lab 't Veer) geeft tekst en uitleg.
Technologie helpt een handje
Het door 4Werk mee gepromote concept CoVaTTI heeft sinds zijn opstart in 2019 één groot doel voor ogen: nagaan hoe nieuwe technologie op een zachte maar efficiënte manier zijn intrede kan doen bij de maatwerkbedrijven. De resultaten zijn verrassend en verfrissend en zorgen voor inmiddels al bewezen meerwaarde. Kris Hemeryck die vanaf dag één het concept mee begeleidt bij ’t Veer in Menen geeft tekst en uitleg.
V-Lab als katalysator
-Hoe evalueert u COVATTI?
-Kris Hemeryck: Binnen ’t Veer hebben we talrijke initiatieven opgestart onder de paraplu van COVATTI. Zo pakten we onder meer uit met een zo genoemd V-Lab. In dat experimenteel labo bestuderen we stap voor stap hoe technologie het werk eenvoudiger kan maken. Dat is sowieso nodig, als ’t Veer en andere maatwerkbedrijven aansluiting willen vinden bij de technologische sneltrein die die door de industriële wereld vlamt. We moeten de technologie nu eenmaal omarmen willen we als maatwerkbedrijven relevant blijven. De tijd van eenvoudigweg rekkertjes in doosjes stoppen of folders manueel plooien is voor een groot deel voorbij. Zeg maar dat het V-Lab op dat vlak diende als een soort van katalysator, en dat in samenwerking met derde partners zoals Howest of Vives, of het Bellegemse softwarebedrijf Catael.
-Werd er vooraf een globaal kader afgesproken?
-Kris Hemeryck: We zijn uitgegaan van vier principes. Eén: technologie moet werk eenvoudiger maken. Twee: technologie moet zorgen voor meerwaarde en dit voor elkeen, zowel dus voor de leidinggevenden als voor de mensen die het werk doen. Drie: er moet aan het einde van de rit ook een kosten-baten analyse worden gemaakt. Vier: het moet de bedoeling zijn de kennis in alle openheid te delen met andere maatwerkbedrijven.
-Tot wat leidde dat concreet op het terrein zelf?
-Kris Hemeryck: Ik geef een aantal concrete voorbeelden. 3D-printers helpen ons nu dagelijks om bepaalde hulpstukken op maat te maken. Het gevolg is vooral dat mensen die dit vroeger niet konden, nu complexer werk kunnen uitvoeren. Dit is hetgeen wat voor deze mensen een groeimogelijkheid biedt.
Een tweede voorbeeld is dat van pick-to-balance. Dit helpt mensen door medewerking van lampjes om de juiste stukken te verzamelen. Een weegschaal helpt tellen, controleert en stuurt bij waar nodig. Bij het wegen van bepaalde onderdelen helpt technologische ondersteuning niet alleen de medewerkers, maar worden de zaken ook veel efficiënter en betrouwbaarder afgewerkt, met tijdwinst voor gevolg, ook voor de eindklant. Derde voorbeeld: de integratie van wat wij DWI’s noemen. DWI staat voor dynamische werk instructies. Dit betekent dat een computer die aangesloten is aan de werkpost, de man of vrouw stap voor stap helpt bij het uitvoeren van bepaalde montages.
Meer voldoening van het werk
-Hoe reageren de medewerkers op dit soort veranderingen?
-Kris Hemeryck: In dit verhaal gaat het ook essentieel om opleiding. Eens de medewerkers de voordelen zien, lopen de zaken ook naar wens. We zetten daarbij geen reuzestappen, maar leren alles aan volgens een beheersbaar en begrijpbaar tempo. Eens de medewerkers mee zijn in het verhaal, is hun voldoening over het werk ook zoveel groter. Ze ondervinden bijvoorbeeld dat ze dankzij een efficiëntie leercurve veel zelfstandiger kunnen werken.
-Aan wat kan er nog gedacht worden in de toekomst? Van wat kan je nog dromen?
-Kris Hemeryck: In de reguliere economie maakt het concept ‘Internet of Things’ (IoT) opgeld. Door de inzet van internet kunnen veel zaken eenvoudiger aangestuurd worden. Dus moeten ook wij ons bezinnen hoe we dit op een eenvoudige manier, zonder bruskeren, ook bij de maatwerkbedrijven kunnen binnenloodsen. Ik denk hier bijvoorbeeld aan instrumenten voor kleine automatiseringsopdrachten. We zijn dat nu nader aan het bekijken, ook in samenspraak met klanten. Sowieso moeten we ook altijd een interne afweging maken en ons afvragen hoeveel nieuwe druk onze medewerkers aankunnen.
-Krijgt Covatti, dat nu op zijn einde loopt, ook een verlengstuk?
-Kris Hemeryck: We moeten mee zijn, dat is het uitgangspunt. Mijn antwoord is dan ook duidelijk: met of zonder Covatti, gaan we door met de nuttige integratie van technologie. We hadden het daarnet over IoT, welnu de mogelijkheden op dat vlak zullen blijven evolueren. Het is aan ons om die trein niet te missen als hij voorbij rijdt. Als we onze inspanningen op dat vlak verder zetten, zullen de maatwerkbedrijven alleen maar blijven groeien. De keuze is dus snel gemaakt.
-Maar koken kost ook geld?
-Kris Hemeryck: Vanuit mijn ervaring bij ’t Veer kan ik alleen maar dit zeggen: voor nieuwe technologische toepassingen is er altijd budget vrij en dat zal in de toekomst niet anders zijn. Wij hebben van de technologische vooruitgang geproefd, en dat smaakt lekker en dat smaakt naar meer.